
Limburgse vlaaimakers willen Europese beschermde status
Bakkers in Nederlands- en Belgisch-Limburg proberen het karakter van de Limburgse vlaai te bewaken door bij de EU een beschermde status aan te vragen. Als de Limburgse vlaai die status krijgt, mag die alleen zo heten als het gebak in Limburg gemaakt is.
De aanvraag bij de Europese Commissie is ingediend door de Nederlandse Brood- en banketbakkers Ondernemersvereniging en het Belgische Koninklijk Provinciaal Verbond der Brood- en Banketbakkers, Suikerbakkers en IJsbereiders van Limburg. Voor de herkomst wordt verwezen naar teksten uit 1878, waarin de vlaai al wordt beschreven.
In de aanvraag staat niet alleen dat vlaaien straks écht in Limburg gemaakt moeten zijn, maar ook hoe het gebak eruit moet zien. Het moet een verse, goudbruin gebakken, ronde taart met een diameter van 10 tot 30 centimeter zijn. De bodem is van gistdeeg en mag na het bakken maximaal 1 centimeter dik zijn. En de vulling is van fruit, rijstpap, crème, griesmeelpap, verse kaas, suiker en/of eieren.
"De vullingen zijn eenvoudig en worden slechts op smaak gebracht met kaneel, vanille of citroenrasp. De Limburgse vlaai smaakt puur: men proeft het verse verrijkte gistdeeg met een smaakvolle vulling en meegebakken toplaag. Extra versiering na het bakken is niet toegestaan, dit om de basisingrediënten volop tot hun recht te laten komen."
De Belgische omroep VRT berichtte donderdagochtend over de aanvraag. De Belgische minister Jo Brouns (Economie) is blij met de aanvraag en denkt dat erkenning ervoor zal zorgen dat de "heerlijke Limburgse vlaaien" meer bekendheid krijgen. Ze benadrukt dat het uitzonderlijk is dat Nederland en Vlaanderen samen een aanvraag hebben ingediend.
Andere voorbeelden van beschermde producten uit Nederland zijn Gouda Holland (kaas) en de Westlandse druif. Bij verkoop voeren deze producten ook een logo met de beschermde status. In het buitenland zijn bijvoorbeeld serranoham of schwarzwalderschinken ook regionaal beschermde producten.
NUjij: Uitgelichte reacties